Voor het opvangen van te hoge drukstoten past men pulsatiedempers toe waarin zich, naast de te doseren vloeistof, een gasbuffer van lucht of stikstof bevindt. De elasticiteit van deze gasbuffer zorgt ervoor dat de drukstoten worden opgevangen en afgevlakt, waardoor de vloeistofstroom gelijkmatiger is en ook tijdens de zuigslag van de pomp blijft doorstromen. Voordeel hiervan is dat vloeistof nu nog maar een klein beetje versneld hoeft te worden én dat de drukstoten met maar liefst 90% gereduceerd kunnen worden. |
![]() Stromingsbeeld zonder pulsatiedemper ![]() Stromingsbeeld met pulsatiedemper |
Voor deze doeleinden worden veelal membraan-pulsatiedempers toegepast waarbij de vloeistof en het gas gescheiden zijn door het membraan. Hierdoor wordt voorkomen dat het gas door de vloeistof kan worden opgenomen. Zoals gezegd is de geometrie van het leidingsysteem belangrijk bij de beslissing of men wel of geen pulsatiedemper toepast. Maar ook de technische gegevens als slagfrequentie, slaglengte en doseervolume spelen hierbij een belangrijke rol. Zo kan men stellen dat bij een doseervolume van 500l/h het meestal noodzakelijk is een pulsatiedemper toe te passen.![]() |