Voor deze doeleinden worden veelal membraan-pulsatiedempers toegepast waarbij de vloeistof en het gas gescheiden zijn door het membraan. Hierdoor wordt voorkomen dat het gas door de vloeistof kan worden opgenomen. Zoals gezegd is de geometrie van het leidingsysteem belangrijk bij de beslissing of men wel of geen pulsatiedemper toepast. Maar ook de technische gegevens als slagfrequentie, slaglengte en doseervolume spelen hierbij een belangrijke rol. Zo kan men stellen dat bij een doseervolume van 500l/h het meestal noodzakelijk is een pulsatiedemper toe te passen.Echter, niet alleen aan de drukzijde van de pomp vindt pulsatie plaats, ook aan de zuigzijde kan dit, afhankelijk van het systeem en de omstandigheden optreden. Het gevolg hiervan kan zijn dat er cavitatie optreedt met als resultaat een onregelmatige toevoer en extra slijtage aan de pomp. Daarom kan het in sommige gevallen nodig zijn om aan de zuigzijde van de pomp een pulsatiedemper te installeren. Uiteraard dient in beide gevallen de pulsatiedemper zo dicht mogelijk bij de pomp gemonteerd te worden. Tenslotte dient men zich bij het ontwerpen van een leidingsysteem te realiseren dat voor de drukbelasting van het systeem niet alleen het begin van de persslag belangrijk is, maar ook het einde van de slag. In die laatste fase van de slag is de vloeistof namelijk nog in beweging en moet deze, indien er geen pulsatiedemper is toegepast, worden afgeremd. |